Onder professoren by Willem Frederik Hermans


Onder professoren
Title : Onder professoren
Author :
Rating :
ISBN : 902340520X
ISBN-10 : 9789023405207
Language : Dutch; Flemish
Format Type : Paperback
Number of Pages : 425
Publication : First published January 1, 1975

Onder professoren Reviews


  • Jan-Maat

    This is going to be one of my reviews which uses the insights that kind people have posted in comments.

    Onder Professoren is a 1975 work, maybe the least loved book by Willem Frederik Hermans, an author highly regarded in the Dutch speaking world - a point that one of the characters in this novel is bitterly aware of, observing that while within the Netherlands many people read and are aware of literary or scientific developments in the Anglo-sphere, the compliment is not returned.

    Although this is a humorous book, the humour often has at least a bitter edge or is cruelly barbed, indeed so much so that I am not particularly surprised that in 1973 Hermans left the Netherlands, where he had been working in a university, taking his collection of typewriters with him, to settle in Paris where he completed this book. There is an air of 'if you want to know why I left it's all here!' to this tale of provincial university life - purely coincidently no doubt - a tale set in the same provincial university where he had been teaching since the late 1950s. A member of staff in the chemistry department receives a telegram one weekend telling him that he has won the Nobel Prize. Specifically he has been awarded the prize for the discovery of a new detergent which has naturally had a big impact in the world of washing powders. The award f the nobel prize, particularly since it has such an everyday application, is a rather large stone thrown into a small pool and the effects are shown over a few days with the exception of the last chapter which escapes this tight constraint of time and place to escape to Monti Carlo . The lucky recipient is a man who has never smiled, at one moment he notices a curious sensation in his face and rushes to a mirror believing that he may have in fact smiled .

    The broad humour and university setting reminded me of
    David Lodge but Lodge is somewhat gentler (even in his age of Thatcher novel
    Nice Work and certainly far sweeter tempered - possibly due to influence of the mild Birmingham climate compared to the bracingly harsh environment of Groningen (cough, cough, cough), but after due consideration I feel this s more likely to be a generational difference. The war, and what one did to survive it, is a presence for several of Hermans' characters here, the more relaxed cultural mores of the 1970s (and 1980s for Lodge's characters) are not something to be enjoyed but mark alienation and cultural division, something which gave this novel an oddly contemporary and universal feel.

    There is a certain degree of linguistic playfulness, I thought in some of the character names, and in some of the spoken language - and by God this is a very talkative novel with a lot of dialogue, or maybe I am just used to more taciturn reading.

    Still this book has teeth, I imagine it bit many people back in the day.

  • Jan

    Rufus (Roef) Dingelam, professor aan de Rijksuniversiteit Groningen, krijgt de tijding dat hij de Nobelprijs voor scheikunde heeft gekregen. Hij weet in dat weekend dan nog niet wat hem boven het hoofd hangt, namelijk dat studenten hun acties voor democratisering laten uitmonden in een bezetting van het laboratorium waar Dingelam werkt. Een confrontatie blijft niet uit.
    Hermans laat de heer Zomerplaag in het nawoord van zijn roman ‘Onder professoren’ een ontkenning schrijven van de voor de hand liggende bewering dat Hermans hiermee een sleutelroman zou hebben geschreven (quod non, JM).
    Hermans geeft een karakterschets van het tijdgewricht, eind zestiger-begin zeventiger jaren van de vorige eeuw. Hij doet dat niet slechts door krachten en tegenkrachten te beschrijven inzake de effecten van de Wet universitaire bestuurshervorming. Hij geeft zijn beschrijving een grotere reikwijdte, eigenlijk een sociologische zedenschets van een stukje Nederland in een roerige overgangsfase van gezagsgetrouwheid naar een meer Marxistisch getinte maatschappij, inclusief meer medezeggenschap en vrijere omgangsvormen op allerlei gebied. Temidden daarvan speelt zich het persoonlijke drama af van de bekneld geraakte wetenschapper, die dan wel een zeer hoge onderscheiding krijgt voor zijn wetenschappelijke werk, maar onder de voet gelopen wordt door de vurigheid waarmee het jonge studentenvolk dogmatisch hun overambitieuze strevingen naar de ideale onderwijsvorm, zo vol van abstracties, en aldus voorbijgaand aan alle praktische consequenties, uitdragen.
    Wat doorheen de roman ook speelt, is het motief, dat een speculatieve vraag makkelijk tot een stellige waarheid verwordt, te meer als die via publieke media tot de mensen komt.
    Het tijdsbeeld is waardevol. Stilistisch is het een rijpe Hermans: bloemrijk als het vilein moet zijn, humor of eigenlijk spot die, volop aanwezig, veeleer een grijns dan een glimlach teweeg brengt.
    Over lachen gesproken: aan het begin van de roman is Dingelam iemand die niet lacht, die niet kan lachen, een man die zijn vrouw – ook al heeft dat personage zelf ook enkele jaren scheikunde gestudeerd – stupide vindt en die haar dat ook onomwonden laat weten. Aan het eind van de roman zien wij dat Dingelam, enigszins tot rust gekomen tijdens een uitstap naar een mondaine plaats aan de Middellandse Zee, zijn vrouw bepaald mild bejegent; wellicht is die houding langzamerhand gewijzigd, wellicht mede onder invloed van de gebeurtenissen die Dingelam zijn overkomen. Ja, ‘overkomen’. Want deze hoofdpersoon bevindt zich in de slachtofferrol, slechts soms met felle gevoelsoprispingen en meestal met een zekere gelatenheid.
    Het boek heeft een hoge dichtheid aan passages die als verzelfstandigd citaat uitstekend dienst kunnen doen.
    Het boek krijgt van mij niet de hoogste waardering, omdat de spanningsboog tegen het eind van de roman aan waarde inboet. JM

  • Stéphane Vande Ginste

    Ik las van deze klassieke Nederlandse auteur al "Nooit meer slapen" en was toen al bijzonder onder de indruk. "Onder professoren" werd me vroeger eens aangeraden - ik weet niet meer door wie, wat het nog op de middelbare school? - en ik ben blijven onthouden dat ik dit boek ooit moet lezen. En inderdaad, het is best een bijzonder boek.
    Op een dag verneemt professor Rufus Dingelam dat hij de Nobelprijs voor scheikunde gewonnen heeft. En dat gaat zijn leven grondig veranderen... Hij wordt zonder het te willen betrokken in studentenrevoltes en wordt het mikpunt van haat en spot. De passie voor zijn vak - wat hem eigenlijk tot een "vakidioot" maakt - zorgt ervoor dat hij zich totaal gaat vereenzamen en isoleren. Alleen zijn vrouw Gré staat aan zijn kant. Het is mooi om te zien hoe Dingelam - die in het begin nogal wrokkig en nukkig reageert in het bijzijn van zijn vrouw - naar het einde van de roman toenadering tot haar zoekt en zich terug bindt met de eenvoudige en kleine dingen van het leven.
    De roman is doorspekt van ironie, die vaak doet lachen. De professoren die zich rond Dingelam bewegen zijn burleske personages, vaak zijn ze vals en pervers. Ik moet vaak aan zo'n schilderij van James Ensor denken (dokters en geleerden met akelige maskers). Met hun toga's aan "leken de verzamelde geleerden nu op niets zozeer als op een troep pinguïns op een ijsschots in het Zuidpoolgebied, wanneer een ontdekkingsreiziger daar zojuist voet aan wal heeft gezet" (p. 350).
    Het archaïsche Nederlands moet je erbij nemen ("wezen" in plaats van "zijn", "aksie" in plaats van "actie" enz...), maar dat zorgt net voor wat charme. Ook het "retro"-gehalte van de roman is prettig: de kleurentelevisie, de Volkswagens waarvan de koplampen als ogen dicht gaan, de kledij van de tijd, de ideeën van Marcuse en Marx bij de studenten, ...
    Hoewel het uitdrukkelijk geen "sleutelroman" is (zie nawoord), kan je uit de biografie van Hermans wel afleiden dat hij hier toch afrekent met een milieu waar hij kotsmisselijk van werd.
    Een sappige roman, met veel dialoog en érg geestig!

  • Marc

    Very entertaining book. The university and its members, the leftist movement of the sixties and seventies, the sexual revolution and the sensational media, all are treated in a sharp satirical way. Often hilaric, but in the second half of the book rather boring. I think Hermans had a lot of fun writing this book, - mocking his fellow professors-, but for the reader it is rather less. (2.5 stars)

  • Stiep Nosferatu

    Een uiterst vervelend, naargeestig, en kleinzielig boek met uiterst vervelende, naargeestige, en kleinzielige karakters. Er gebeurt weinig, het is dikwijls vulgair, en spreidt het slechtste in de mens tentoon.

    Kortom: een geweldig boek, ik heb genoten!

  • Timon Lesage

    In het nawoord wordt betoogd dat Onder Professoren helemaal niet als een sleutelroman moét gelezen worden, dat de personages en setting niet die van de universiteit te Groningen hoéven te zijn. Ook Hermans zelf gaf toe dat hij ook sterk fictionaliseerde. Het is dus misschien met de foute instelling dat ik dit boek als dusdanig las en niet ten volle kon genieten van het bijtende en sardonische dat vaak in de beschrijvingen van Hermans schuilt - ik kon me niet van de indruk ontdoen dat dit maal niet het literaire of het verhaal centraal stond maar net die persiflages. Waar het gelijkaardige maar betere Uit Talloos veel Miljoenen nog een typische Hermans-roman is waarbij de sarcastische karakteriële kenschetsen af en toe door het verhaal komen, las ik dit als een pure afrekening. Desalniettemin genoten van de beschrijving van de studentenopstand, de professoren en de kleine kantjes van een huwelijk. Goodreads heeft een mogelijkheid tot 3,5 sterren nodig.

  • Maria

    Here is my review on Onder professoren in Dutch. It contains a lot of swearing, so proceed with caution.

    Het is niet de moeite waard dit boek in het Engels te recenseren. Ik heb liever niet dat een zo groot mogelijk aantal mensen mijn recensie leest en begrijpt.

    HATEN OP PERSONAGES
    Ajold is een irritante fuck die alleen maar aan zichzelf en dan vooral aan zijn vakgebied denkt. Het lijkt alsof hij zichzelf definieert door zijn vakgebied, wat echt irritant is. Hij is een echte doorzager. Eew. Het is allemaal satire, dat maakt het niet minder vervelend. Wat een trut is Laetitia! Eerst mondig zijn, dan je overgeven aan smeerlap Lucas! DOE DAN METEEN JE BENEN WIJD! Die Louise moet oprotten. Lucas ook. De rest van de personages is ook trash.

    LEESERVARING/FEELS
    Ik word spontaan depressief van dit boek. Geen goed teken. Ik denk zelfs het slechtste teken.
    WAT EEN KUTBOEK. Ik kon niet in het boek komen. Ik vergeet de tijd niet. Ik ben me er zeer van bewust op welke bladzijde ik ben, hoeveel bladzijdes ik nog moet, ik kijk steeds hoe laat het is, etc. Dit is een heel slecht teken. Hierdoor kreeg ik ook het KRIJG-IK-DIT-VERDOMDE-BOEK-NOG-OOIT-UIT gevoel.


    ZINNEN
    De zinnen leken altijd zo gesplist! Ze zijn halflang met pauzes ertussen. Ik las die zinnen met denkbeeldige komma’s erbij. Gewoon nee.


    LEUKE QUOTES

    “En wat de prijs betreft, ’t is toch eigenlijk een bespotting. Nobel heeft ermee bedoeld jonge geleerden van financiële zorgen vrij te maken zodat ze al hun tijd aan studie zouden kunnen besteden. Maar het zijn merendeels ouwe kerels die hem krijgen. Zelfs als iemand van een jaar of dertig hem krijgt, heus daar bestaat een publikatie over, dan komt er bijna nooit meer iets bijzonders uit zo’n man. Laat staan als de prijs naar een oude van dagen gaat! Wat zou die ermee moeten beginnen? Er nog hogere doktersrekeningen van betalen als hij niet verzekerd was. Maar iedereen is verzekerd. En ik ben niet eens ziek.”

    “Waarom was ik zo stil? Ik zou niet geweten hebben waarover ik had moeten praten met tante Caro.”

    “Dingelam, al evenmin wetend waar met Lagerwij over te praten als de meeste andere mensen, (..)”

    “Echte genieën dringen zich niet op de voorgrond.”

    “Muziek is een beste heelmeester”

    “ ‘Klagen, daar schieten we niets mee op.’ ‘We moeten de toestand positief benaderen. Het is toch ook een mooi ding dat ze zich bezinnen op de zin van hun leven?’ ‘Inderdaad.’ ‘En dat ze veel verder kijken dan hun neus lang is, dat had je vroeger niet. Die sociale bewogenheid, die moet mijns inziens absoluut positief worden gewaardeerd.’ ‘Daar sla jij de spijker op de kop. We moeten de toestand positief benaderen en al die negatieve overwegingen..’ ‘Die moeten we diep in ons binnenste opbergen,’ vulde Tonie aan, ‘heel diep. Behalve tegen jou zul je me er tegen niemand over horen praten.’”

    “Miljoenen guldens per jaar gaan er hier de deur uit en wat krijgt de gemeenschap ervoor terug?”

    “Amerikaanse filosofen als Marcuse hadden de stelling verkondigd dat agressie bij de mens voortkwam uit onderdrukking van de seksualiteit (…) was het leven van gekazerneerde soldaten niet aan de strengste seksuele beperkingen onderhevig? Dat was allemaal om ze agressiever te maken. Meer geneigd tot het verspillen van bloed, bij gebrek aan liefdeselixer.”

    “Een progressief is iemand die alles afschaft.”

    “Je weet niet hoe duur kinderen zijn.”

    WIE IS WIE?
    Bij Eline Vere had ik op een gegeven door wie wie was, terwijl er in dat boek meer personages waren dan hier! Ik was ook met die mensen begaan, ik gaf om ze, wat een groot verschil is met Onder professoren.

    SEKS
    Natúúrlijk moeten ze naar een seksclub. Nederlandse literatuur zou geen Nederlandse literatuur zijn, als er geen (indirecte) vieze seks in zat. Ik heb niets tegen seks in boeken, maar het moet dan wel goede seks zijn (visual novels, fan fiction, doujinshis). De Nederlandse seks is alleen provocerend. Het is zo vies dat je er verontwaardigd van wordt. Het is smakeloze aandachtzoekerij. Ik ben blij dat ik word weggejaagd van deze schroevendraaierseksorgie. Dat geilen op andermans vrouw is trouwens een súper goed voorbeeld voor de maatschappij!

    VERDRIET
    Er bestaan van die 'verdrietige' boeken die je een warm gevoel geven vanbinnen, die je iets leren. Die boeken zorgen ervoor dat je, als je het boek uithebt, zal zeggen dat het goed was. Er zijn echter ook absurd-depressieve boeken, een synoniem voor de moderne Nederlandse literatuur. Hier is een lijstje van drie absurd-depressieve boeken die ik heb gelezen:
    - W.F. Hermans - Onder professoren
    - Arnon Grunberg - De asielzoeker
    - Cees Nooteboom - Rituelen
    Dat waren boeken die niets toevoegden aan mij, maar pure zelfverwenning van de schrijvers zijn. Wat een tijdverspilling!

    De enige goeie dingen aan dit boek
    1. Professoren worden de grond in geboord. Niet alle professors zijn trash, maar de trashy professoren worden in ieder geval op hun plek gezet.
    2. Ondanks alles is dit boek wel leerzaam; er staan goeie quotes in en je krijgt een kijkje in het universitaire leven, ook al is er het een en ander verouderd.

  • Kas Molenaar

    Goed geschreven, smakelijk om gelachen. Goed boek.

  • Christine Bonheure

    Een bevriende prof gaf me de raad deze satirische roman over de onderlinge strijd en afgunst tussen professoren te lezen. Zou me een beeld geven van hoe het er anno 2018 aan zijn universiteit aan toe gaat, vertrouwde hij me toe. De eerste pagina’s vind ik fantastisch. Dingelam krijgt de Nobelprijs voor chemie. Hij hoort het nieuws terwijl hij in zijn buitenverblijfje zit. Zijn vrouw ziet het belang van de prijs niet in en haar reacties zijn hilarisch. Die humor bijft het hele boek door speels aanwezig. Je krijgt een tijdsbeeld van studenten in de jaren 1970 die alle tradities en verworvenheden openlijk, luid en demonstrerend in vraag stellen. Helaas bevat het boek ook saaie passages. Zo hoefden die laatste pagina’s in Monaco er voor mij echt niet bij. Het ligt wellicht aan mij, maar ik merkte duidelijk dat de schrijfstijl, hoewel nog steeds leesbaar, al 50 jaar oud is.

  • Rick

    Wat een heerlijk boek! Erg grappig.

  • Jelle Rijntjes

    This year I started studying in Groningen, the same city and university where this book takes place. You may say that Hermans' 'Onder professoren' is part of the university's lore. However, the workplace environment is far from pleasant, as is the purpose of this book; to recover Hermans' reputation after attacks on his functioning during his days on the University of Groningen. Thus maybe I'm a bit biased because of the setting on university where I study which pleases me on the one side, but on the other side it doesn't. However, I also just really like the writing style of W. F. Hermans, the dialogues are always filled with interesting subjects or discussions and the characters feel very real (which in this case probably is true).

  • Bavo Van Eyken

    Het moet van 'Nooit meer slapen' geleden zijn dat ik nog iets van deze dode Nederlandse schrijver heb gelezen. Dit boek wordt meestal vernoemd als het over zijn belangrijke werken gaat. Ik dacht dat het een sleutelroman was, maar volgens het nawoord mag dat niet:

    "Er moet uitdrukkelijk tegen worden gewaarschuwd onder professoren te lezen als een sleutelroman, d.w.z. een geschiedenis die nagenoeg echt zo gebeurd is, met personages die echt bestaan onder andere namen. Daarvan is in dit geval geen sprake."

    Terwijl er natuurlijk wel degelijk sprake is van een soortement afrekening of karaktermoord op een aantal sujetten uit de eigen universitaire tijd van Hermans. Hij verwerkt hier schijnbaar zijn frustratie met zijn academische leven en geeft een ongenadige blik op de huiselijke en relationele besognes van de hoofdpersonages en daarnaast krijgen ook de maatschappelijke, door studenten(protest) gedreven omwentelingen, een veeg uit de pan.

    In het begin van de roman gaat de bal aan het rollen door het toekennen van de Nobelprijs chemie aan professor Dingelam. De relatie tussen professor 'Roef' en zijn vrouw Gré is de rode draad, en echt vrolijk wordt je niet van dat huwelijk:

    "‘Geld!’ riep Roef verbitterd uit, ‘geld! Dat is het enige wat je interesseert! Hoeveel geld is het? Dat is het eerste waar je aan denkt. Aan mij denk je nooit. Aan mij heb je nog nooit gedacht. Dat ik iemand was die wel eens een Nobelprijs zou kunnen krijgen, dat is in jouw kleine-spaarders brein nog nooit opgekomen.’"

    Of:

    "Tien minuten was deze dialoog nu geleden. Hij dacht er met genoegen aan terug. Hoeveel hij ook op Gré aan te merken had, ze hield tenminste wel van vis. Vis was een onderwerp waar hij met haar over praten kon. Over tetracyclopentadienyltitanium kon hij niet met haar praten. Daarvoor had ze niet lang genoeg gestudeerd en trouwens, het interesseerde haar geen steek. Het gebeurde maar zelden dat er onderwerpen in zijn brein aan de orde kwamen, die zich leenden voor een gedachtenwisseling met Gré. Dat was jammer, maar niets aan te doen."

    Tussen de plotontwikkelingen door laat Hermans zijn licht over een aantal andere maatschappelijke fenomenen schijnen:

    "Een landelijk huisje met een ruime tuin er omheen. De vaderlandse gewoonte getrouw, die een van de vele kleinigheden is, waarover we de buitenlander laten gapen van verbazing, bleven ook na zonsondergang alle gordijnen open. Van de straat af was zonder belemmering waar te nemen wat er in Kaeckebeke’s zitkamer plaatsgreep, evenals je dat bij zijn buren kon zien. Wij Nederlanders doen dit, zegt de Fransman Miraud in zijn boekje ‘La Hollande burlesque’ om bij onze medeburgers niet de vunze gedachte te doen opkomen dat we, zodra het lamplicht brandt en we ons achter gesloten gordijnen veilig wanen, gaan eten met open mond, smakken, op de grond spugen, onze echtgenoten uitkleden om lichaamsstraffen toe te dienen, of onze broeken naar beneden doen om met ieder die zich grijpbaar onder ons dak bevindt, ontuchtige handelingen te verrichten. En deze vrees voor andermans schunnige fantasieën, zegt de Fransman, komt voort uit het puritanisme waarin de Nederlander wordt opgevoed."

    De dialogen tussen en beschrijvingen van de verschillende academici en hun partners in dit boek zijn fijn uitgewerkt en komen zeer tastbaar over:

    "‘Maar ik meen me te herinneren dat het gisteravond in de krant stond hoeveel het was,’ zei Kaatje. ‘Stond het erbij??’ vroeg Ajold, ‘dat herinner ik me niet. Maar het is zeker zoiets als drie ton.’ ‘Drie ton!’ zei Gonnie, ‘toch nog heel wat zeg en dat voor Dingelam!’ ‘Die Gré,’ zei Piet, ‘dat is toch al zo’n zuinige. Wat hebben ze er eigenlijk aan?’ ‘O!’ riep Kaatje, ‘die mensen zijn zo zuinig! Daar heb je gewoon geen voorstelling van! Je had het gezicht van Gré moeten zien, toen ik haar vroeg of ze wat wilde bijdragen voor de Ban-de-Bom-beweging. Je raadt nooit wat ze zei.’ ‘Wat zei ze dan?’ ‘Nee hoor,’ zei ze, ‘met die stem als een figuurzaagje. Ze zegt...’ ‘Een stem als een figuurzaagje!’ ‘Een stem als een figuurzaagje, vinden jullie dat zo gek?’ ‘Schitterend! Een stem als een figuurzaagje!’ ‘Ja, zo is die stem nu eenmaal. Maar goed. Gré zegt: Voor de Ban-de-Bom-beweging? zegt ze. Dat vind ik nou helemaal onzin. Eerst een hoop geld uitgeven om de bom te maken en dan nog eens een boel geld om hem weer uit te bannen. Dat zei ze. Ik zweer je, dat zei Gré.’"

    Toch is mijn eindindruk er één van Hermans als een redelijk verbitterd man, met allerlei onvervulde dromen en verlangens die met weemoed terugdenkt aan hoe vroeger alles beter was. Wat mij ook een beetje tegenvalt van Hermans is dat hij stilistisch zo droog is, dat heeft u uit bovenstaande citaten misschien zelf al kunnen concluderen. Het is allemaal zo zakelijk en weinig verbeeldend. Slechts helemaal op het eind krijg je zo'n stukje, dat helemaal nergens vandaan lijkt te komen:

    "Voor haar uit ging hij naar beneden. De gids had al zo’n grote voorsprong, dat ze hem niet meer zagen. Alleen hoorden ze zijn stem zo nu en dan, wanneer hij een of andere uitleg opdreunde, die ze niet konden verstaan. Tussen dikke draperieën van witte kalksteen, glanzend door water dat er langs droop, kronkelde het trappenstelsel naar beneden, onafzienbaar diep. Onder de elektrische lampjes stak soms wat mos of een varentje groen af tegen de witte kalk. Plantjes die nooit door de zon beschenen waren; hoe verdrietig. De druipsteenformaties deden denken aan van alles dat huiveringwekkend om te zien is en daarom van nature zelden aan het daglicht komt. Aan lebmagen en darmen van koeien, duizendmaal vergroot, aan de verkalkte aders van een seniele reus. Of aan ontvleesde kaken, gespleten beenderen, alles wit glibberig of het met melk overgoten was. Glanzend als kaarsvet dat nooit zou branden. Als ijs. Aan gordijnen van draderig slijm, afhangend van het kraakbenen verhemelte in de mondholte van een draak. Ja, de grot was de muil van een enorm monster, vol tanden waar vergif uit droop. Hier kwam eindelijk de waarheid aan het licht: de aardkorst was niets dan de vuile opperhuid van een ondier dat in leven bleef door op den duur alles te verzwelgen. Generatie na generatie werd opgeslokt en in de vorm van planten weer uitgezweet en daarvan groeide de volgende generatie op, om op haar beurt te worden verslonden. Eeuwige kringloop. Eeuwige kringloop? Om te gapen zo banaal. Toch was het zo. Uitgekauwde en afgezaagde gedachte. Maar iets anders blijft er niet over. Kringloop. De praatjes waaien weg en de atomen blijven. Alles wat niet banaal is in de filosofie, het mag misschien een ogenblikje leuk zijn, op den duur blijkt toch altijd weer dat het onzin is."

    Conclusie: uiteraard is Hermans zeer kundig romancier, maar zijn literaire tafeltje staat hier wat mij betreft niet helemaal stabiel. Ik mis hier iets van het viscerale van Brouwers, of het weelderige van Pfeijffer.


    Nog uitgebreidere review op boektij.be

  • Kris Minne

    Een nostalgische herlezing. Dit was het eerste "grote mensen" boek dat ik las ergens begin jaren '80. Ik werd als 16-jarige betrapt toen ik het zat te lezen op de achterste bank in klas tijdens een minder inspirerende les.
    Vele jaren later blijft dit een leuke satirische roman (maar niet meer) over de kleine kantjes van volwassen mensen, en met name van die volwassen mensen die voor mij toen het hoogst bereikbare leken: universiteitsprofessoren. Mijn ambitie om er ooit een te worden werd hier wellicht in de kiem gesmoord. Gecombineerd met mijn aangeboren luiheid, uiteraard.
    Indertijd had dit een dikke vijf sterren gekregen, een volwassen leven later toch nog een mooie vier.
    Straks eens kijken naar
    https://anderetijden.nl/aflevering/50... om eindelijk te weten waar Hermans zijn stof voor het verhaal haalde.

  • PDW

    In deze roman uit 1975 schrijft WFH zijn frustraties opgedaan als lector aan de Rijksuniversiteit Groningen van zich af. We volgen de gebeurtenissen die professor Rufus Dingelam ondergaat nadat hij bekroond werd met de Nobelprijs voor scheikunde. WFH laat geen spaander heel van het academisch milieu waarin hij jaren leefde. Academici, studenten, de tijdsgeest maar ook de gewone werkmens: allemaal krijgen ze er van langs. De dialogen zijn een verbaal feest. WFH was toen al enkele jaren verkast naar Parijs en de roman werd niet zo laaiend ontvangen in Nederland. Maar vandaag, bijna 45 jaar na verschijnen, kan deze roman niet meer gereduceerd worden tot een vileine afrekening. Want WFH schrijft ook met heel wat erbarmen, in het bijzonder over het huwelijk. Een grootse roman!

  • Kruip

    Jaren geleden gelezen, maar de grijns die ik tijdens het lezen van Hermans' "onder Professoren" vertoonde, komt direct terug als je slechts aan dit boek denkt. Kortom een verhaal voor al tijd van die ouwe sjagrijn. Althans zo staat ie op m'n netvlies. En natuurlijk empirist in hart en nieren, vandaar dat ie bij elke druk weer zichzelf verbeterde. Eigenwijs tot in de vezels. Dit boek ook, genoten, is een te eenvoudig superlatief, dat je tijdens het lezen een "kaakklem" opdoet van het lachen, dat is het, en de geweldige zelfspot van Hermans, waar het nu de wetenschap betreft, de universitaire wereld, of de bekrompen volksaard!

  • Hans Canters

    Vilein en humoristisch, tikje gedateerd maar toch heerlijk om te lezen hoe Hermans zijn oude collega's en het hele academische milieu in het Groningen van de zestiger jaren te kakken zet. Vooral de satire op de uitwassen van de democratisering zijn smullen. Maar qua omvang had het wel wat minder gemogen; sommige verhaallijnen voegen weinig toe en boeiden me niet.

  • James E.

    What I learned from this book is what I'm learning in the university right now; try to avoid as many people as possible.

  • Bram De longhi

    Kan er weinig zinnigs over zeggen.. De donkere kamer van Damokles vind ik fantastisch. Zo ook nooit meer slapen en herinneringen van een engelbewaarder

  • Chris Flinterman

    Ik had eerlijk gezegd nooit verwacht dat dit boek zo grappig zou zijn, dat ik er hardop om zou moeten lachen. Maar dat is het wel degelijk.

    Hermans is op z'n best als hij mensen op een ironische, soms sarcastische wijze beschrijft en hun maniertjes, lege woorden en karakters feilloos fileert. En zo ongeveer dit gehele boek staat er vol mee. Niet alleen professoren, maar ook schrijvers worden met de grond gelijk gemaakt. Hoogtepunt was mijns inziens de manier waarop "Remco Kampurt" op de hak genomen werd.
    Het moet gezegd dat enkele personages er bijzonder vrouwonvriendelijke en racistische denkbeelden op na houden en dat de vrouwen in het boek er niet echt goed vanaf komen. Aan de andere kant is er eigenlijk geen enkel personage dat overeind blijft, waardoor ook deze denkbeelden weer bekritiseerd worden.
    Al met al best een amusant boek.

  • Jelle Peersman

    Na 3 gesmaakte romans (Nooit meer slapen, De donkere kamer van Damokles en Au pair) was ik vanzelfsprekend met hoge verwachtingen aan Onder professoren begonnen. Hermans was enkele jaren voor het verschijnen van dit boek met slaande deuren vertrokken op de Universiteit van Groningen, naar verluidt na jarenlange strubbelingen tussen Hermans en de academici, die uiteindelijk van hem af wilden. Onder professoren is de wraak van Hermans, waar hij alles en iedereen aan de kaak stelt. Het werd destijds ook een bestseller.

    Leek mij een ideaal scenario voor het zwartgallige cynisme van Hermans en diens droge, rake stijl. Helaas moet ik het na iets meer dan 200 bladzijden opgeven. De frustraties bij WFH zitten bijzonder diep, zoveel is duidelijk. Wat ook overduidelijk is, is dat iedereen in de universiteit, zowel de professoren als de studenten en iedereen die er ook maar iets mee te maken had, Hermans mateloos irriteerden in al hun doen en zeggen. Laat dat nu net ook het grote probleem zijn met dit boek. Het zal allemaal wel bijtend satirisch en amusant bedoeld zijn, maar zowat elk personage in dit boek is ongekend onuitstaanbaar en de oeverloze, schijnheilige, verwaande gesprekken die Hermans ongetwijfeld dagelijks op het systeem werkten, hebben voor mij veelal hetzelfde effect. De parodie blijft maar eindeloos voortdraven, en spijtig genoeg vond ik het heel snel vervelend in plaats van amusant.

    Ik zet niet graag een boek van een schrijver die ik bewonder onuitgelezen terug in de kast, maar ik vond er echt niks aan.

  • Tina Marga

    The story line starts quite interestingly with the announcement that the main character receives the Nobel prize for chemistry. But here it stalls. Conversations and developments, although sometimes funny, most often they are tedious. Above all, I think this book should have had a proper ending. The main character could have found a job offer in those envelopes that he had simply neglected early in the book, after his and his wife's return from Monaco. As it is now, there is absolutely no ending. The book could have had another 400 pages, about the lost hen and the revolting and repenting students, and the other loose threads. What I find most pitiful is that this story is told in a cynical way, throughout.

  • Kyrill

    Goeie kritiek van de universitaire cultuur. Niet een super interessant of heel goed geschreven boek maar wel leuk hoe Hermans laat zien dat iedereen op de universiteit -van student tot volledig professor- stuk voor stuk denken dat ze speciaal zijn, terwijl ze zich eigenlijk vooral met onbenullige dingen bezig houden zoals geld, status of vrouwen.

  • Anna

    Unter Professoren ist ein unterhaltsames, stellenweise berührendes und fast immer verrücktes Portrait durchschnittlicher Professoren und Studierender an einer verstaubten Universität in einem kleinen Land. Die Beziehung zwischen Dingelam und seiner Frau gibt dem Buch die Tiefe, die es braucht, und die restlichen Charaktere führen einem universitäre Absurditäten vor Augen wie man sie sich schöner nicht vorstellen kann. Lesenswert!

  • Danny

    hilarisch mocht het niet cynisch zijn. Het gekonkel is erg herkenbaar voor wie (ooit) in een academische (uitgevers)omgeving vertoefde.

  • Jan Peter Rebel

    3.5

    Heel grappig portret van de politisering, bureaucratisering en democratisering van de academische wereld eind jaren 70 en de typische kenmerken van een doorsnee Nederlander.

  • Wout Bonroy

    Heel hard moeten lachen (zeker om de inzet van progressieve spelling). Een aanrader voor iedereen die de Universiteit gedag zegt of er zich aan verbindt.

  • Noah

    Willem Frederik Hermans gehört zu meinen absoluten Lieblingen und ich habe mich anlässlich des Gastlandauftritts Niederlande/Flamen bei der Frankfurter sehr gefreut, dass dieser lang vergriffene Klassiker endlich wieder aufgelegt worden ist. Nun als Mängelexemplar hatte ich großes Lesevergnügen. Nicht so großes, wie bei der Dunkelkammer des Damokles oder Au Pair aber dennoch witzig, bissig und hintergründig, wie bei Hermans zu erwarten.

  • Gijs Grob

    Een oude geleerde krijgt plotseling de nobelprijs, terwijl tegelijkertijd studenten plannen om zijn laboratorium te bezetten. Dit gegeven leidt tot het ten tonele voeren van een hele stoet geleerden e.a., die zich niet intelligenter gedragen of over elkaar praten dan het gemiddelde soappersonage.

    Het onderwerp mag dan deels verouderd zijn (studentenaksies), Hermans' schrijfstijl is dat zeker niet. Zijn zinnen zijn vlot, raak, bijtend, oprecht, en goed getroffen, zijn personages echt, liefdevol geportreteerd ondanks (?) hun pijnlijke gebrek aan volmaaktheid en hun gedachten pijnlijk herkenbaar. Tussen al het bijtend zuur, lijkt Hermans wel zacht te mompelen: hoe rijk, beroemd, geleerd of machtig mensen ook mogen worden, ze blijven dezelfde mensen met dezelfde kleine problemen, communicatiestoornissen, stille wensen enz, die -net als iedereen- op zoek blijven naar het geluk. Een superboek.